Weinig empirisch bewijs voor filterbubbels (Linda Duits)

Deze blogpost verscheen eerst op dieponderzoek.nl.

Regelmatig trekken mensen aan de bel tegen filterbubbels. De term verwijst naar een vorm van isolatie dankzij algoritmes die nieuws voor je selecteren. Een voorbeeld is Facebook: op basis van wat jij en je vrienden leuk vinden, krijg je bepaalde informatie voorgeschoteld. Als jij en je vrienden heel links zijn, is het idee dan dat je alleen links nieuws tot je krijgt op Facebook. Het gaat dus om personalisering in de zin dat media-inhoud niet langer voor alle gebruikers gelijk is, maar afgestemd op persoonlijke voorkeuren.

Een groep juristen en communicatiewetenschappers van de Universiteit van Amsterdam onderzocht of de zorgen over filterbubbels ondersteund worden door empirisch bewijs [vrije toegang]. Zoals de titel van deze blogpost al verklapt, vonden zij dat niet.

De onderzoekers wijzen erop dat selectie van informatie op basis van eigen voorkeuren niet nieuw is. Al in de jaren ’40 werden er data verzameld over hoe Amerikaanse Democraten meer blootgesteld werden aan de Democratische campagne. In Nederland is het voorbeeld van Verzuiling essentieel: katholieken lazen katholieke kranten, luisterden naar katholieke radio en gingen naar katholieke voetbalclubs. Desondanks blijkt dat mensen die zelf selectie toepassen, toch in aanraking komen met media-inhoud waar ze het niet mee eens zijn.

Personalisering kan komen omdat een individu zelf selecties maakt, maar ook omdat een algoritme keuzes voor ze maakt. Zo vond een studie dat ongeveer elf procent van de zoekresultaten van Google verschilt dankzij het personaliseringsalgoritme. Op nieuwssites staat personalisering nog in de kinderschoenen: de homepagina’s van kranten zijn doorgaans voor iedereen gelijk.

Op sociale netwerken is wat men te zien krijgt deels afhankelijk van wat vrienden delen. Als je dus een relatief homogene vriendengroep hebt, zou je homogene berichten te zien krijgen. De onderzoekers stellen achter dat de assumptie daarachter is dat mensen alleen berichten delen waarmee ze het eens zijn. Die aanname wordt wetenschappelijk tegengesproken.

Het is moeilijk om vast te stellen wat de langetermijneffecten van personalisering zijn. Er zijn in de VS wel aanwijzingen dat selectief nieuws leidt tot polarisatie, maar naar Europese landen zonder tweepartijenstelsel vertalen die resultaten niet zomaar. Er zijn ook zorgen dat nieuwsvermijders politieke informatie missen. Niemand leeft echter volledig zonder nieuws. De onderzoekers wijzen er daarbij op dat mensen misschien wel op Facebook sterk gepersonaliseerd nieuws krijgen, maar vervolgens op de site van een krant buiten dat algoritme kijken.

Ze concluderen:

“We conclude that – in spite of the serious concerns voiced – at present, there is no empirical evidence that warrants any strong worries about filter bubbles. Nevertheless, the debate about filter bubbles is important. Personalisation on news sites is still at an infant stage, and personalised content does not constitute a substantial information source for most citizens, as our review of literature on media use has shown. However, if personalisation technology improves, and personalised news content becomes people’s main information source, problems for our democracy could indeed arise, as our review of empirical studies of media effects has shown.

One lesson we should have learned from the past is that panic does not lead to sane policies. More evidence is needed on the process and effects of personalisation, so we can shift the basis of policy discussions from fear to insight.”

Een gedachte over “Weinig empirisch bewijs voor filterbubbels (Linda Duits)

  1. Pingback: “Weinig empirisch bewijs voor filterbubbels” – ICT en Onderwijs BLOG

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.